Vier jonge kerels ontmoeten elkaar iedere ochtend in de kruidenierszaak - koffiehuis - van hun vriend Emile. Het ontwaken is steeds een pijnlijke affaire en de dagelijkse kop zwarte koffie is nodig om de verzuchtingen van de dag aan te kunnen. Na hun koffie spoeden ze zich naar hun werk, waar ze steevast te laat aankomen. Op een dag willen ze breken met die sleur. Ze ontwikkelen een transportvoertuig dat erg op een motor lijkt. Emile gaat ermee akkoord hen en het voertuig in dienst te nemen. Ze bestellen zijn winkelwaar aan klanten door de hele stad. Maar dan gaat vlakbij een supermarkt open.